Jawel hoor Chantal, dat kan best. De tabel wordt alleen naarmate je meer genen hebt wat ingewikkelder. Ik heb een simpel voorbeeldje genomen om het uit te leggen.
Vader: Zwart drager oranje
Moeder: Oranje drager zwart
Zwart wordt genoteerd met 'a' en is een recessief gen. Ofwel, een hamster die zwart is heeft altijd twee genen voor zwart: aa. Oranje is ook een recessief gen, dat betekent onder andere dat hij dat bij zich heeft zonder dat je het ziet. Oranje wordt genoteerd met 'p'. De afwezigheid van het gen oranje wordt genoteerd (omdat het recessief is) met een hoofdletter en wordt om het uit te leggen ook wel eens 'niet-oranje' genoemd. Hij heeft dus twee genen voor zwart, 'aa', ééntje voor 'niet-oranje', 'P', en eentje voor oranje wat je niet ziet, 'p', omdat het recessief is. Totaal schrijf je zijn genen dus op als: aa Pp.
Voor de moeder geldt hetzelfde maar dan andersom. Ik vind het zelf altijd handiger om de kleuren die wél aanwezig zijn eerst te noemen (in alfabetische volgorde), maar voor het begrip is het misschien handig om dat even niet te doen. Moeder heeft twee genen voor oranje, eentje voor 'niet-zwart' en eentje voor zwart. Dit schrijf je op als Aa pp (of je zou dus ook kunnen zeggen: pp Aa, wat je prettiger vindt).
Dan ga je kijken naar de vererving. Vader heeft twee mogelijkheden:
1. Hij geeft een ukje het gen voor zwart (a), EN een gen voor 'niet-oranje' (P)
2. Hij geeft een ukje het gen voor zwart (a), EN een gen voor oranje (p)
Voor de moeder gaat hetzelfde op maar dan weer andersom:
1. Ze geeft een ukje het gen voor oranje (p), EN een gen voor 'niet-zwart' (A)
2. Ze geeft een ukje het gen voor oranje (p), EN een gen voor zwart (a)
Er zijn dus ook verschillende combinaties mogelijk, die er in een tabel zo uitzien.
Je kunt er vanuit gaan dat er op iedere kleur evenveel kans is in dit geval: ongeveer 25%.
Wordt het zo wat duidelijker? Of bedoelde je dit niet?